Even stil geweest op het blog. Vakantie. Maar nu gelukkig weer les, en weer nieuwe input. Vandaag een les Mens&Ruimte. We gaan een attribuut maken dat op het lichaam gedragen kan worden. Om je nog meer bewust te maken van de ruimtelijkheid van het menselijk lichaam, dat we meestal toch in ‘t platte vlak weergeven. Ik heb er niet zo’n zin in. Sowieso niet vandaag, maar ook niet in ‘t ruimtelijk werken. Heb ook geen flauw benul wat ik ga maken. Een ring? Een armband? Lijkt me niets. Ik heb pakpapier en een oude Gaudikalender meegenomen. Die ga ik eerst maar ‘s in reepjes knippen. Ben je in elk geval bezig (ja, ik heb ‘r zin in!). Na een half uur ben ik niet verder dan een gevlochten matje van reepjes. Nu is ruimtelijk werken best veel fröbelen, maar op de academie is het wel de bedoeling dat je ‘t kleuterschoolniveau overschrijdt. Nu ga ik de reepjes aan elkaar nieten en plots ontstaat het idee van een masker. De reepjes groeien als het ware de lucht in en dan ontstaat er toch een leuk attribuut. Wonderlijk. Ondanks de weerstand toch een goed resultaat.
Het masker verhult, zoals een masker bedoeld is te doen. Maar ‘t geeft ook delen bloot. En je kunt zelf bepalen hoeveel je blootgeeft. En eigenlijk zegt het masker zelf ook wat over mij, waarmee het op zich al weer wat blootgeeft. In feite een parallel met het creatieve proces: hoeveel laat je van jezelf zien in je creatieve produkten, en hoeveel verberg. De zelfportretopdracht is daar een mooi voorbeeld van.
Interessant zou nog zijn om te onderzoeken waar mijn initiële demotivatie vandaan kwam: was het wellicht de weerstand tegen ruimtelijk werken? De angst om uit het platte vlak te treden? Terwijl het toch eigenlijk heel leuk was om te doen.
Een fotografieles. We gaan “beweging” vastleggen op de foto. Beweging is, denk ik, in principe tegenstrijdig met fotografie. Fotografie is immers ‘vastleggen’ op de gevoelige plaat. Je bevriest een moment in de tijd; alles staat stil op een foto. De uitdaging is dus, om beweging te suggeren. Bijvoorbeeld door een lange sluitertijd: omgeving scherp, onderwerp onscherp. Of door ‘meetrekken’ van de camera: omgeving onscherp, onderwerp scherp. Grappig dat onscherpte beweging suggereert. Maar het klopt wel. Ik zit nu in een café en kijk naar buiten naar de langskomende fietsers. Als je je ogen meebeweegt, zie je inderdaad de omgeving wazig. En als je je ogen stilhoudt, dan wordt de fietser onscherp. Was me niet eerder opgevallen.
Tijdens de les schiet ik in ‘t wilde weg (leve het digitale fototijdperk) met een lange sluitertijd. Omdat ik niet precies weet hoe ik het diafragma op deze camera moet aanpassen, worden alle foto’s overbelicht wat op zich een grappig effect heeft. Een beroepsfotograaf neemt dagen de tijd om een bepaalde foto te nemen. Wij hebben maar drie kwartier. Dus maar weer loslaten dat ‘t iets moois moet worden, en op ‘t gevoel fotograferen. Een beetje als een paparazzi.
Onderwerp scherp:
Onderwerp wazig:
Of gewoon alles onscherp, zelfs dat suggereert beweging:
En:
Een mooie methode om je te dwingen in vlakken te werken is het silhouettekenen. Eigenlijk is het silhouet het summum van in vlakken denken, want je hebt maar een vlak. Je wordt daardoor wel heel erg gedwongen om puur naar de outline van je model te kijken. Zo kun je makkelijker abstraheren van detail en vorm van bijvoorbeeld ledematen. En als je dan ook nog heel snel schetst met houtskool, dan kun je soms even vergeten, dat er een levend model voor je staat, zodat je je puur op de vorm kunt concenteren. Mooie techniek.
Deze silhoueten heb ik getekend vanaf een terras in de stad. Voorbijgangers. Allemaal gehaast. Die staan dus niet even voor jou stil. Vliegensvlug schetsen. 30 seconden, meer heb je niet. En dan krijg je toch mooie resultaten.
Deze keer een mooi volslank model. Ik hoop dat ik haar met deze omschrijving niet beledig. Het is bedoeld als compliment. ‘t Is een uitdaging om al die ronde, door perspectief vertekende vormen te schilderen. Maar eerst silhoueten schilderen. Om het weglaten van detail te oefenen. Oef, dat is lastig, om de details, die je toch echt voor je ziet, moedwillig niet te willen zien.
Herken je de pose van het model?
Daarna het model schilderen mét detail. Het reproduceren van huidskleur met acrylverf is op zich een uitdaging, die ik nu maar even oversla. Er is al genoeg om mee bezig te zijn, dus ik kies intuïtief voor een oranje-achtige kleur. Achteraf ben ik daar eerlijk gezegd bijzonder tevreden over.
De ontdekking van vandaag is: werken met vlakken. Bij het tekenen ga je uit van lijnen. Ja, je let natuurlijk wel op vlakken, maar je zet toch lijnen op papier. Bij het schilderen gebruiken we nu geen lijnen, maar we zetten direct vlakken neer. Wel lastig soms, want waar houdt het ene vlak op en begint het volgende? En die lichtval op armen en benen: dat zijn toch echt lijnen; hoe zet je dat dan neer?
Het is dan wel geen master piece, maar voor een eerste poging tot model in verf, vind ik ‘t nog goed gelukt.
Vandaag start een nieuw blok: Figuur en Model. Er is een model, en we besteden de hele les aan snelschetsen met houtskool. Telkens 5-10 minuten per pose. Het moeilijke van mensen tekenen is: de vormen en verhoudingen goed krijgen. Het leuke is: de vormen en verhoudingen goed krijgen! Na wat inwerken gaat het steeds beter. Bij een staand model helpt het nog wel om aan het draadmannetje te denken voor de verhoudingen.
Maar bij andere poses heb je er niet veel meer aan: allerlei verkortingen en verlengingen.
Wat me erg goed bevalt is, dat je door de snelheid en het houtskool wordt gedwongen om los te schetsen. (iets waar ik het laatste jaar meer me bezig ben, dus dit vult mooi aan). Je kunt dan het detail loslaten, en je meer concentreren op vlakken&vormen. Als je het beoogde resultaat kunt loslaten, kun je je meer focussen op het plezier van het proces/het tekenen. Het restultaat wordt dan vanzelf beter. Grappig, hé?