Even stil geweest op het blog. Vakantie. Maar nu gelukkig weer les, en weer nieuwe input. Vandaag een les Mens&Ruimte. We gaan een attribuut maken dat op het lichaam gedragen kan worden. Om je nog meer bewust te maken van de ruimtelijkheid van het menselijk lichaam, dat we meestal toch in ‘t platte vlak weergeven. Ik heb er niet zo’n zin in. Sowieso niet vandaag, maar ook niet in ‘t ruimtelijk werken. Heb ook geen flauw benul wat ik ga maken. Een ring? Een armband? Lijkt me niets. Ik heb pakpapier en een oude Gaudikalender meegenomen. Die ga ik eerst maar ‘s in reepjes knippen. Ben je in elk geval bezig (ja, ik heb ‘r zin in!). Na een half uur ben ik niet verder dan een gevlochten matje van reepjes. Nu is ruimtelijk werken best veel fröbelen, maar op de academie is het wel de bedoeling dat je ‘t kleuterschoolniveau overschrijdt. Nu ga ik de reepjes aan elkaar nieten en plots ontstaat het idee van een masker. De reepjes groeien als het ware de lucht in en dan ontstaat er toch een leuk attribuut. Wonderlijk. Ondanks de weerstand toch een goed resultaat.
Het masker verhult, zoals een masker bedoeld is te doen. Maar ‘t geeft ook delen bloot. En je kunt zelf bepalen hoeveel je blootgeeft. En eigenlijk zegt het masker zelf ook wat over mij, waarmee het op zich al weer wat blootgeeft. In feite een parallel met het creatieve proces: hoeveel laat je van jezelf zien in je creatieve produkten, en hoeveel verberg. De zelfportretopdracht is daar een mooi voorbeeld van.
Interessant zou nog zijn om te onderzoeken waar mijn initiële demotivatie vandaan kwam: was het wellicht de weerstand tegen ruimtelijk werken? De angst om uit het platte vlak te treden? Terwijl het toch eigenlijk heel leuk was om te doen.
31-10-2009